Je hebt het nooit geleerd. En dat is eigenlijk best logisch.

Toen ik op school zat, zat ik daar vooral als toeschouwer.
Alsof ik per ongeluk op een toneelrepetitie van een stuk terechtkwam waar ik het script niet van had.

Want serieus: ik kan je nog steeds uitleggen hoe Caesar aan zijn einde kwam,
maar niemand die me ooit vertelde hoe je een team aanstuurt.
Of hoe je je ademhaling onder controle houdt als je cashflow het wél opgeeft.
Of hoe je een bedrijf opbouwt dat niet als een kooi aanvoelt.

Fast forward naar nu, en ik zie het weer gebeuren — bij mijn eigen kinderen.
Ze rennen door het hamsterwiel van huiswerk, cijfers, prestatiedruk,
Waarbij ze zich voorbereiden op een wereld die straks al lang is verdwenen.

En dus zitten we met een hele generatie vol slimme mensen… met een knoop in hun maag.

Want wat blijkt:
Als je jarenlang alleen maar dingen doet omdat het ‘hoort’,
word je vanzelf iemand die op maandagochtend om 09:03 al verlangt naar vrijdag 17:00. En het rare is, soms zijn ondernemers zijn daar geen uitzondering op. Sterker nog: die hebben vaak zélf hun kooi gebouwd.

Van passie naar spreadsheethel.

De meeste ondernemers zijn ooit begonnen vanuit liefde voor iets.
Voor een vak, een ambacht, een product of gewoon een bizar goed idee.
Maar ergens onderweg gingen ze van bouwer naar bemoeier.
Van maker naar manager.
Van aanstichter naar afwachtende controlfreak.
In plaats van te creëren, zitten ze in meetings.
In plaats van groei, is er alleen maar geregel.

Neem Hans.

Hans kweekt planten die zó perfect zijn, dat je denkt:
Deze zijn niet ontkiemd, die zijn gezegend.
Alsof Jezus zelf er een gietertje overheen heeft gehaald.

Maar toen ik hem vroeg naar z’n maandelijkse marge?
Kreeg ik een blik alsof ik net in het Sanskriet vroeg wat de vierde wet van thermodynamica is.
“Geen idee,” zei hij. “Dat doet m’n boekhouder.”

Hans is briljant.
Hij is een vakman. Een maker.
Maar geen CEO.
En al helemaal geen verkoopklaar-maker.

En dat is… volledig oké.

Want niemand heeft hem geleerd hoe dat moet.
Net zomin als jou.

Tot je op een dag denkt: “En nu dan?”

Je bedrijf draait.
Soms op jou. Soms ondanks jou.
Maar je weet: zo doorgaan is geen optie.
En verkopen… ja, wie wil dit overnemen als jij het hart, hoofd en heupen bent?

En daar komt ie dan:
Dat leerde je dus niet op school.
Niet bij de Kamer van Koophandel.
En waarschijnlijk ook niet van die ene coach die vooral zichzelf adviseert.

Wat jij nodig hebt is geen spiegel. Maar een plan.

Geen vage reflecties.
Geen spirituele metaforen over loslaten.
Maar iemand die naast je komt staan en zegt:
“Oké, laten we jouw bedrijf ombouwen tot iets wat wel schaalbaar en beter verkoopbaar is.”

Iemand die met je meedenkt én meewerkt.
Die geen oordeel heeft over de rommel in je systeem.
Maar die wél weet hoe je dat systeem strak, zelfstandig en waardevol maakt.

Zodat jij weer terug kunt naar je vak.
Of naar de vrijheid.
Of naar een strand in Portugal met een glas koud wit (of goudgeel) in je linkerhand,
en je telefoon uit.

Want dat bedrijf van jou?

Dat draait straks gewoon door.
Met of zonder jou.
En als je wil, verkoop je het.
Zo niet? Dan hou je het. Maar dan zonder de stress, de grijze haren of de 17.000 openstaande to do’s.

Je hebt het nooit geleerd.
Maar je kunt het wel laten fixen.
Zodat jij weer gaat léven, in plaats van overleven.