
Ik heb door de jaren heen in heel wat vergaderruimtes gezeten.
Bankiers aan tafel.
Financieel adviseurs.
Advocaten.
En natuurlijk de ondernemer zelf. Die ik mocht bijstaan.
Zodra het spannend werd, liquiditeit, overname, herstructurering, gebeurde er altijd hetzelfde:
Er vlogen afkortingen over tafel alsof het confetti was.
“De EBITDA is natuurlijk gecorrigeerd op de post-CAPEX.”
“Op basis van de LTV en een conservatieve DSO hanteren we een 5x multiple.”
Stilte.
Ik keek om me heen.
En wat ik zag: knikkende mensen die geen idee hadden waar het over ging.
(En ja, dat gold ook voor de man in het driedelig grijs met de kartonnen koffiebeker.)
Het grootste taboe in de zakelijke wereld?
Domme vragen bestaan niet, maar je mag ze niet stellen.
Want stel je voor dat je zegt:
“Sorry, maar wat bedoel je met LTV? En DSO? En… wat is in vredesnaam CAPEX?”
Dan denkt de rest misschien dat je dom bent.
En dus… zeg je maar niks. En neem je beslissingen op basis van vage begrippen die je eigenlijk niet snapt en ben je geen deel van het verhaal waarin jij en je bedrijf de hoofdrolspelers zijn.
Zonde.
Want als je iets wil verkopen, verbeteren of überhaupt snappen, moet je de dingen eerst durven benoemen.
Daarom: hier zijn 5 taboes in bedrijfsvoering die ondernemers veel kosten, maar waar we liever niet over praten.
Taboe 1: “Ik weet eigenlijk niet wat mijn bedrijf waard is.”
Veel ondernemers gokken.
“Volgens mij moet het wel een paar ton waard zijn.”
“Een accountant zei ooit iets over 3x de winst.”
Maar als je geen zicht hebt op je echte waarde (en nee, je omzet is dat niet), hoe wil je dan onderhandelen?
Hoe wil je sturen?
Hoe wil je weten of het werkt?
Waarde is geen nattevingerwerk. Het is structuur, winst, overdraagbaarheid en… of jij eruit kan zonder dat alles instort.
Taboe 2: “Ik snap m’n cijfers niet.”
Veel ondernemers zijn visueel of gevoelsmatig sterk, maar hun boekhouder spreekt Excel als moedertaal.
En dus komt er een jaarrekening.
Je ziet winst staan.
Maar op de bank… niks. Nada, maar je EBITDA was prima heb je net gehoord.
En je vraagt je af:
“Heb ik nou echt verdiend, of is dit gewoon boekhoudsamba?”
Maar je stelt de vraag niet.
Je lacht. Je knikt.
Je stuurt de pdf door naar je partner met: “Ziet er goed uit toch?”
Ondertussen blijf je sturen in de mist.
Taboe 3: “Ik ben eigenlijk wel klaar met ondernemen.”
Een ondernemer moet passie hebben, toch?
Liefde voor het vak. Energie voor tien.
Maar wat als je na 20 jaar gewoon… moe bent?
Wat als het vuur niet meer komt, maar alleen nog rook?
“Mag je dat dan zeggen? Of ben je dan een opgever?”
Ik zeg: je bent pas een sukkel als je ermee blijft doorgaan terwijl je allang iets anders wilt.
Taboe 4: “Mijn team is aardig, maar niet zelfstandig.”
Je houdt van je mensen.
Ze zijn loyaal. Werken hard.
Maar eerlijk: zonder jou loopt het spaak.
Je bent het knooppunt. De vraagbaak. De mentale helpdesk.
Je wéét dat het niet schaalbaar is.
Maar je wilt niemand kwetsen.
Dus je blijft het maar trekken.
Tot je erbij neervalt.
Taboe 5: “Ik wil stoppen, maar weet niet hoe.”
Verkopen?
Beëindigen?
Overdragen?
Het klinkt allemaal als een logistiek drama.
Je leest ergens dat het “jaren duurt”
Dat “je alles moet voorbereiden”
Dat “er geen kopers zijn tenzij je miljoenen draait”
Dus… schuif je het voor je uit.
Net zolang tot je te laat bent.
De oplossing?
Doorbreek de taboes.
Stel wél die vragen.
Durf wél te zeggen wat je niet weet.
Of niet meer wil.
Want pas als het op tafel ligt, kun je er iets mee.
En voor de record:
EBITDA = winst vóór rente, belasting, afschrijving en amortisatie
LTV = Loan to Value.
DSO = Days Sales Outstanding.
En CAPEX?
Dat is een dure manier om te zeggen dat je iets koopt wat langer dan een jaar meegaat. Zoals een machine. Of een vergadertafel waar niemand iets durft te zeggen.
PS: Als je dit leest en denkt “oei, dat herken ik wel…”
Stuur me even een bericht.
We gaan géén taboes ontwijken — en wél iets doen wat werkt.
